De meeste westerse vrouwen krijgen hun laatste menstruatie tussen hun veertigste en zestigste jaar; de gemiddelde leeftijd is 51 jaar. De laatste menstruatie wordt ook wel menopauze genoemd. De levensfase waarin de eierstokken geleidelijk ophouden het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen te produceren, wordt de overgang genoemd. De duur van de overgang is bij elke vrouw verschillend. De overgang is officieel pas voorbij als je een jaar lang geen menstruaties meer hebt gehad.
Een kwart van alle vrouwen krijgt tijdens de overgang klachten die het dagelijks leven behoorlijk kunnen verstoren. Goede informatie en deskundige hulp kunnen je helpen in deze periode.
In een uitgebreid consult inventariseren wij je klachten en word je persoonlijk begeleidt door onze specialisten. Wij bieden zorg op maat en in volledige afstemming met jou.
antwoord op hormonaal
Overgangsklachten kunnen vijf tot tien jaar of soms zelfs langer bestaan. Als bij een operatie beide eierstokken zijn verwijderd begint de postmenopauze direct niet zelden met hevige klachten.
Niet alleen de lichamelijke veranderingen maar ook het afscheid van een vruchtbaar leven zijn soms moeilijk te aanvaarden. In de gezinssituatie treden bovendien vaak veranderingen op die u uit uw evenwicht kunnen brengen.
Als je slecht slaapt ten gevolge van opvliegers, kan het gevolg zijn dat je eventuele problemen minder goed aankunt. Dit kan leiden tot psychische klachten zoals neerslachtigheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, angst, concentratie en geheugenverlies.
Droge huid en slijmvliezen;
De huid kan droger en minder elastisch worden; er kunnen rimpels ontstaan.
Klachten aan de schede en seksuele veranderingen; Veel vrouwen hebben last van jeuk en een branderig gevoel in de schede. De schede en de blaas worden ook gevoeliger voor infecties. Door deze veranderingen en door de daling van het testosteron in het bloed kan de behoefte aan seks afnemen en kan gemeenschap soms pijnlijk zijn.
Klachten aan de urinewegen;
Bij het ouder worden verslappen de bekkenbodemspieren en de steunweefsels, waardoor de blaas wat kan verzakken. Omdat de slijmvliezen van de urinewegen dunner worden, kunnen er eerder blaasontstekingen ontstaan. Samen kan dit tot gevolg hebben dat de plas niet meer zo lang kan worden opgehouden of dat bij hoesten, niezen of sporten urine wordt verloren.
Botontkalking (osteoporose);
Na de laatste menstruatie wordt er minder oestrogeen aangemaakt; daardoor ontstaat er gedurende enkele jaren een proces waarin de botten brozer worden en de kans op botbreuken toeneemt. Dit risico is groter bij vrouwen die te vroeg in de overgang komen, een tengere bouw hebben, weinig beweging nemen, roken of drinken.
Hart- en vaatziekten;
Oestrogenen hebben een beschermende werking tegen hart en vaatziekten. In de vruchtbare leeftijd hebben vrouwen minder kans op hart en vaatziekten dan mannen, maar na de overgang is dit risico gelijk. De kans op hart- en vaatziekten hangt ook samen met algemene risicofactoren zoals hoge bloeddruk, roken, te hoog cholesterolgehalte, overgewicht en weinig lichaamsbeweging.